zaterdag 13 april 2024

Intermezzo – St. Janstraat, vier dialogues intérieurs

1. Schoolstraat, Horst, zaterdag 13 april, 12.23 uur
-‘St. Jansstraat’?
-Stond daar inderdaad ‘St. Jansstraat’? Kan toch niet kloppen?
-Even terugfietsen dan.


-Inderdaad ‘St. Jansstraat’. Vreemd. Het is toch ‘St. Janstraat’?
-Ja. Althans, dat dacht ik. Maar ik begin nu toch te twijfelen. Kijken of ik andere voorbeelden kan bedenken van straatnamen die beginnen met een eigennaam die eindigt op een medeklinker. Hanna van de Voortplein. En niet Hanna van de Voortsplein. Jan van Eechoudstraat. En niet Jan van Eechoudsstraat. St. Jozefstraat. En niet St. Jozefsstraat. Waarom dan wel St. Jansstraat?
-Dan zal die dubbele s in ‘St. Jansstraat’ wel een foutje van de omleidingsbordbeplakker zijn. Ik ken wel krassere voorbeelden van omleidingsbordbeplakkersfoutjes.
-Of ‘omleidingsbordbeplakkerfoutjes’?
-Maak het nu alsjeblieft niet nog moeilijker dan het al is.
-Dadelijk maar eens kijken op het officiële straatnaambordje in de naar Sint Jan vernoemde straat.
-Maar weet je, er zou ook een Sint Jans kunnen zijn. Dan zou het wel kloppen.
-Haha, zeker een vrouwelijke zeventiende-eeuwse heilige uit Meterik die wonderen verrichtte? Of de vrouw van Sint Jan? Of z’n moeder? Geloof je zelf toch niet?
-Nee, inderdaad onzin.

2. St. Jan(s)straat, Meterik, zaterdag 13 april, 12.29 uur


-‘St. Jansstraat.’
-Dus de omleidingsbordbeplakker valselijk beschuldigd.
-Klopt. Excuses aan hem of haar. Evengoed begrijp ik het niet.
-Het kan natuurlijk ook een fout van de straatnaambordjesfabrikant zijn.
-Verrek, ja. Thuis maar eens een internetonderzoekje doen.

3. Pastoor Notermansstraat, Meterik, zaterdag 13 april, 12.48 uur
-Google zegt ook St. Jansstraat.
-Maar ook heel af en toe St.Janstraat.
-Dat is hetzelfde als dat 98 procent van de wetenschappers zegt dat de aarde opwarmt en je je dan beroept op die twee procent die zegt dat de aarde niet opwarmt.
-Inderdaad. Ik neem m’n verlies.

4. Pastoor Notermansstraat, Meterik, zaterdag 13 april, 13.41 uur
-Misschien een stukje over schrijven op Horst-sweet-Horst?
-Doe maar, maar dan krijg je natuurlijk weer van die reacties in de trant van ‘Waar maak je je in godsnaam druk om?’
-Klopt. Alleen maak ik me er druk niet om, ik ben gewoon benieuwd hoe het zit. En waarom zou ik me er druk om maken als mensen reageren in de trant van ‘Waar maak je je druk om?’?
-Dan maar gewoon schrijven en publiceren.
-Voor de zekerheid even controleren of ik er al eerder over heb geschreven.
-Heel verstandig.
-Hier! ‘Sint-Jansstraat? Of Sint-Janstraat?’ 24 augustus 2009!
-Vijftien jaar geleden. Herinnert niemand zich meer.
-Wacht! Hier ook, 1 juni 2014! ‘De Sint-Janstraat mag dan zijn afgesloten, over de Sint-Jansstraat staat gelukkig niets vermeld op de borden.’
-Nota bene met een foto erbij.


-Typisch gevalletje omleidingsbordbeplakkerfoutje. Of omleidingsbordbeplakkersfoutje.
-Hoe dan ook geef ik het op.

vrijdag 5 april 2024

Intermezzo – Woo-verzoek (7)

Gisteren was het precies een jaar geleden dat ik de gemeente Horst aan de Maas verzocht om mij inzage te geven in de notulen van de aandeelhoudersvergaderingen van Ontwikkelbedrijf Greenport BV. Ik diende dat verzoek in in het kader van de Wet Open Overheid (Woo).

Gisteren was het precies 270 dagen (bijna 9 maanden, bijna 39 weken) geleden dat ik bij de gemeente Horst aan de Maas een bezwaarschrift indiende tegen haar besluit om mij geen inzage te geven in de notulen van de aandeelhoudersvergaderingen van Ontwikkelbedrijf Greenport BV.

Gisteren was het precies 168 dagen (bijna 6 maanden, precies 24 weken) geleden dat de gemeente Horst aan de Maas me liet weten naar verwachting in de loop van november een beslissing te nemen over mijn bezwaarschrift.

Gisteren was het precies 127 dagen (ruim 4 maanden, ruim 18 weken) geleden dat de gemeente Horst aan de Maas me liet weten ‘dat ons college naar verwachting in de loop van januari een beslissing op uw bezwaarschrift zal nemen’.

Gisteren was het precies 83 dagen (bijna 3 maanden, bijna 12 weken geleden dat de gemeente Horst aan de Maas me liet weten: ‘Wij hopen en streven ernaar om u in februari de beslissing op bezwaarschrift toe te zenden.’

Gisteren was het precies 64 dagen (ruim 2 maanden, ruim 9 weken) geleden dat de gemeente Horst aan de Maas me liet weten: ‘Op 20 februari a.s. vindt een algemene vergadering van aandeelhouders plaats waarin de ambtelijke lijn, over hoe in dit geval om te gaan met het verzoek tot openbaarmaking van de gevraagde notulen, ook bestuurlijk wordt besproken. We hopen dat dan over het e.e.a. een duidelijk standpunt wordt ingenomen, zodat wij als Horst aan de Maas verder kunnen met de voorbereiding van de beslissing op het bezwaarschrift en jou in dat kader ook duidelijkheid kunnen geven hoe wordt omgegaan met het al dan niet (gedeeltelijk) openbaar maken van de notulen.’

Gisteren was het precies 41 dagen (ruim 1 maand, bijna 6 weken) geleden dat de gemeente Horst aan de Maas me liet weten: ‘We hopen in de loop van maart een beslissing te kunnen nemen op uw bezwaarschrift.’

Vandaag was ik het gezeik moe. Ik heb de gemeente per aangetekende brief gesommeerd me uiterlijk vrijdag 19 april om 12.00 uur na precies 284 dagen (ruim 9 maanden, bijna 41 weken) in kennis te stellen van haar besluit over mijn bezwaarschrift.

(Klik hier, hier, hier, hier, hier en hier voor eerdere stukjes over mijn Woo-verzoek)

woensdag 3 april 2024

Intermezzo – Zomertijdstrijd

-Hoe laat is het nu in de oude tijd?
-Hoe bedoel je, ‘de oude tijd’?
-Nu hebben we de nieuwe tijd toch?
-Oh, je bedoelt de zomertijd!
-Ja. Nu is het tien uur. Maar hoe laat zou het in de oude tijd zijn? Negen uur? Of elf uur?
-Geen idee. Maakt het wat uit dan?
-Jazeker maakt het wat uit. Als het nu negen uur zou zijn, dan kon ik nu nog niet gaan slapen. Dan zou ik over een paar uur alweer wakker worden. Maar als het nu elf uur zou zijn, dan zou ik nu zo langzamerhand naar bed kunnen gaan.
-Oh, op die manier.

Elk jaar dezelfde verwarrende gesprekjes. Veel verder gaat het niet. Principiële bezwaren tegen de zomertijd vallen vandaag de dag nauwelijks nog te beluisteren. Dat was vóór de Tweede Wereldoorlog wel anders. Na de invoering van de zomertijd in 1916 ontbrandde een jarenlang aanhoudende felle strijd tussen voor- en tegenstanders.

Het Venrayse weekblad Peel en Maas karakteriseerde de strijd tussen voor- en tegenstanders in 1925 als een conflict tussen stad en platteland: ‘De stedeling miskent de nadeelen van den Zomertijd, de schade en den hinder daarvan voor den boer (…). De boer ziet veelal niet in dat een uur méér zonlicht per dag door duizenden en duizenden noode wordt gemist.’ 


In Sevenum pikten enkele boeren het in mei 1926 niet langer. Ze gingen volgens de Nieuwe Venlosche Courant met een handtekeningenlijst langs de deuren ‘om te teekenen voor ’t behoud van den gewonen tijd’. Dit leidde ertoe dat pastoor De Bruyn de kerkklok die hij op zaterdag 15 mei een uur vooruit had gezet, twee dagen later weer een uur terugzette. Waardoor Sevenum ineens met twee tijden te maken kreeg: de wettelijke (zomer)tijd en de officieuze (boeren)tijd. Met curieuze gevolgen voor de inwoners. Zo hanteerde de lagere school de wettelijke tijd. Die begon daardoor al om half acht voor leerlingen die de officieuze tijd hanteerden. Dat leidde ertoe dat ze de mis van acht uur niet konden bijwonen en dat ouders hun kinderen eerst naar de mis stuurden. Vervolgens kwam hun kroost een uur te laat op school.

Limburger Koerier, 13 september 1928
De spoorwegen conformeerden zich evenmin aan de Sevenumse tijd. En de marechaussee, die uitging van de wettelijke tijd deelde boetes uit aan werkgevers die de Sevenumse tijd hanteerden en hun personeel, tegen de voorschriften in, na zes uur ’s avonds nog lieten werken.  

Nieuwe Venlosche Courant, 21 mei 1932
Bepaald onpraktisch allemaal, inderdaad. Maar enige eigenwijsheid is de Sevenumers nooit vreemd geweest: ze lieten deze situatie jarenlang voortbestaan. Pas in 1933 besloten ze hun zomertijdstrijd te staken.

Het Vaderland, 31 mei 1933
(Dit stukje verscheen vandaag in iets andere vorm ook in Via Horst-Venray)

donderdag 28 maart 2024

Intermezzo – Docu Fabriek Filmfestival

Met min of meer grootschalige eenmalige culturele en kunstzinnige evenementen in deze regio heb ik een enigszins moeizame verhouding. Dat ligt niet aan die evenementen maar aan mij. Het is niet zo dat ik geen hart heb voor culturele en kunstzinnige evenementen. Integendeel. Wat dan wel de verklaring is? M’n eigen zielenroerselen onder een vergrootglas leggend zou het héél misschien wel eens zo kunnen zijn dat een héél klein beetje onderschatting van de eigen regio in cultureel en kunstzinnig opzicht een rol speelt. Treurig stemmende conclusie, inderdaad. Al was het maar omdat juist ik beter zou moeten weten.

Voor De Waan, de grote, vijf maanden durende manifestatie in Venray over kunst en psychiatrie in 2002, was ik nog net op tijd: één dag voor de sluiting bracht ik eindelijk een bezoek. Overrompelend, indrukwekkend, nooit vertoond, geweldig. Enorme spijt dat ik niet eerder was gegaan en dat een tweede bezoek er niet meer in zat.

Cambrinus, Kunst en de Buren, in 2011, is zelfs helemaal aan me voorbijgegaan. Terwijl dit driedaagse evenement zich nota bene in mijn eigen Horst aan de Maas afspeelde. Onbegrijpelijk, mensen hebben het er zelfs nu nog wel eens over, dertien jaar later. Spijt, spijt, spijt.

© Cult. Content creators

Afgelopen zondag vormde ’t Gasthoês het decor voor het Docu Fabriek Filmfestival: vijf premières van documentaires gemaakt door filmtalent uit de regio plus twee internationale documentaires. Door andere verplichtingen miste ik zondag de eerste drie lokale documentaires. Nadat ik de andere twee én de twee internationale documentaires had gezien, bekroop me opnieuw een gevoel van spijt. Hoe Koen het ziet van Pim Duijf en Jan’s kerk van Sander Spreeuwenberg waren namelijk van zo’n hoog niveau dat het me razend nieuwsgierig maakte naar die eerste drie documentaires. En de twee als ‘top’ aangekondigde internationale documentaires – het wonderschone /Ma.tri.mò.nio/ van Gaia Siria Meloni en het aangrijpende My lost Russian mother van Sam Jones – waren het aanzien inderdaad meer dan waard.   

Ruud Lenssen, initiatiefnemer van het Docu Filmfabriek Festival en coach van de talentvolle documentairemakers, kondigde zondag aan dat het festival volgend jaar in een iets andere opzet een vervolg krijgt. ‘Gaat dat zien!’, ben ik nu al geneigd te zeggen. In de eerste plaats tegen mezelf, maar eigenlijk tegen iedereen en zeker tegen degenen die – gewild, ongewild of tegen beter weten in – de eigen regio in cultureel en kunstzinnig opzicht onderschatten.

Overigens zou ik er geen enkel bezwaar tegen hebben als Ruud de vijf lokale documentaires voor mij en andere spijtoptanten (ik ken er inmiddels meerdere) in de herhaling zou willen gooien.

(Dit stukje verscheen gisteren in iets andere vorm ook in Via Horst-Venray)

vrijdag 15 maart 2024

Intermezzo – Woo-verzoek (6)

Horst aan de Maas, 15 maart 2024

 Geachte burgemeester, beste heer Palmen,

‘Ik weet het gewoon niet. U kunt het college daarover vragen, maar ik weet het gewoon niet, hoe die zaak over dat Woo-verzoek behandeld is. Ik weet het gewoon niet. Geen idee.’ Zo reageerde u dinsdag in de gemeenteraadsvergadering op vragen van mevrouw Spreeuwenberg van Perspectief. Haar vragen gingen over een Woo-verzoek van een blogger uit Horst. Hij had daarin om inzage gevraagd in de notulen van de aandeelhoudersvergaderingen van Ontwikkelbedrijf Greenport BV. (Kijk desgewenst hier even terug en ga naar 2.57.20 voor de vragen van mevrouw Spreeuwenberg en naar 3.04.27 voor uw reactie daarop.)

U heeft geen idee, u weet het gewoon niet. Kan gebeuren, overkomt iedereen wel eens. Maar weet u? Ik kan u helpen! Het gelukkige toeval wil namelijk dat ik die blogger ben. Met alle plezier praat ik u hier even bij over de behandeling van dat Woo-verzoek. Op hoofdlijnen dan, ik wil niet al teveel beslag op uw tijd leggen.

Bijna een jaar geleden, op 4 april 2023, diende ik dat Woo-verzoek om inzage in de notulen van de aandeelhoudersvergaderingen van Ontwikkelbedrijf Greenport BV in. Na enkele maanden ontving ik bericht van een van uw ambtenaren dat mijn verzoek was afgewezen. Tegen dat besluit diende ik een bezwaarschrift in. Dit kwam aan de orde in een hoorzitting van de onafhankelijke commissie voor de behandeling van bezwaarschriften en klachten. Die commissie oordeelde dat ze pas een besluit kon nemen als ze de notulen van de aandeelhoudersvergaderingen mocht inzien. Uw ambtenaren hadden daar weinig trek in. Misschien herinnert u zich nog dat ze naar uw mening vroegen en dat u toen schreef: ‘Ik heb er geen moeite mee om de notulen ter inzage te verstrekken aan de commissie. Ik herhaal hier nog maar een keer dat we überhaupt óf het verzoek van dhr. Moorman door moeten leggen naar de plek waar het hoort (het zijn niet onze notulen) of anders die notulen gewoon moeten verstrekken (…). Ik ben van mening dat we hier transparant(er) in kunnen zijn. Ik begrijp niet zo goed waarom we ons in dezen lijken op te stellen “met de instituties”.’

Uiteindelijk kreeg de commissie inzage in de notulen. Daarna kwam ze tot de conclusie dat de gemeente de notulen aan mij diende te verstrekken. Uw ambtenaren waren daar niet zo blij mee. In samenspraak met de overige aandeelhouders van Ontwikkelbedrijf Greenport BV besloten ze op 14 december – ruim acht maanden na de indiening van mijn Woo-verzoek – om een second opinion op het advies van de commissie te vragen. De uitkomst van die second opinion is mij helaas niet bekend (u ziet: ook ik heb soms geen idee). Ik heb wel het sterke vermoeden dat ook de second opinion is dat ik inzage dien te krijgen in de notulen. Drie weken geleden ontving ik namelijk van een van uw ambtenaren het volgende bericht: ‘Zowel het ontwikkelbedrijf als de aandeelhouders hebben kennis genomen van het advies van de bezwarencommissie en kunnen instemmen met de (gedeeltelijke) openbaarmaking van de notulen.’ U zult denk ik wel begrijpen dat ik sindsdien elke dag reikhalzend uitkijk naar de komst van de postbode, maar ook na drie weken heeft die mij nog altijd niet gebracht waar ik op hoop.

Zo, nu heeft u enigszins een idee en weet u in grote lijnen hoe de vlag erbij hangt. Mocht u geïnteresseerd zijn in meer gedetailleerde informatie over de behandeling van mijn Woo-verzoek dan ben ik uiteraard graag bereid u een keer verder bij te praten. Wellicht ten overvloede wijs ik u er ten slotte op dat ik op mijn weblog enkele malen over de ontwikkelingen betreffende mijn Woo-verzoek heb geschreven. Klik daarvoor hier, hier, hier, hier en hier.

Met vriendelijke groet,

Wim Moorman

woensdag 13 maart 2024

Intermezzo – Geldmaat

Opstand der horden in Lottum: de lokale Geldmaat is verwijderd. Van de ene dag op de andere. Het waarom is op het moment van schrijven vooralsnog een raadsel, volgens lokale media ook voor Geldmaat zelf. Ongeloof, verontwaardiging, terneergeslagenheid en woede alom in het Rozendorp. ‘Alles moet tegenwoordig digitaal, waar moet het toch naartoe?’, tekende Hallo Horst aan de Maas op uit de mond van een inwoner. ‘Alles is gebeurd zonder enige vorm van communicatie’, hoorde Nu Horst aan de Maas van een omwonende.

Op Facebook werd zoals te doen gebruikelijk grover geschut van stal gehaald. Een representatieve selectie van de reacties op het nieuws: ‘Het is een grote schande’, ‘Dan heb je toch echt een plank voor de kop’, ‘Belachelijk gewoon’, ‘Weer een achterbakse actie om de mensen van het contant geld af te krijgen’, ‘Werkelijk schandalig, alle voorzieningen worden gewoon overal weggehaald’. Zoals eveneens te doen gebruikelijk kreeg ook onze arme gemeente Horst aan de Maas her en der weer wat vegen uit de pan.


Voor zover mij bekend doken nergens juichkreten op bij het bekend worden van het nieuws van de verdwijning van de Lottumse Geldmaat. Ook van spontane vreugdevuren, dansende mensen in de straten en dankgebeden heb ik niets vernomen. Zelfs van enige opluchting lijkt geen sprake te zijn. Toch een beetje vreemd allemaal. Zelf prijs ik me uitermate gelukkig inwoner te zijn van een Geldmaatloos dorp. Zo’n viesgele horizonvervuiler, die daar symbool staat te wezen voor de smakeloosheid van het grootkapitaal, laat je toch niet je fraaie dorpsgezicht verpesten? En wat dacht u van dat logo? Dat met z’n boogje onder de twee (op o’s lijkende) a’s van ‘Geldmaat’ ongetwijfeld een smiley moet suggereren. Zo ongeveer het lulligste aller logo’s – waar zijn de tijden van het Rijkspostspaarbanklogo gebleven? En wees eens heel eerlijk: heeft u de Geldmaat nooit vervloekt omdat dat kloteding voor de zoveelste keer buiten werking was? En heeft u zich nooit afgevraagd of dat briefje met het opschrift ‘Defect’ ooit nog van uw Geldmaat zou verdwijnen? En heeft u nooit luidkeels staan vloeken toen bleek dat ook de tweede en de derde Geldmaat in uw nabije omgeving dienst weigerden? Lang verhaal kort: Lottum zou zich gezegend en vereerd moeten voelen nu het is verlost van z’n olijke gele vriendje.

Bovenstaande schreef ik allemaal op maandagavond voor mijn column in Via Horst-Venray. Net voor de deadline van dat stukje verschenen op Facebook berichten dat de Geldmaat in Lottum weer in oude glorie zou worden hersteld. Iemand schreef zelfs: ‘Hij hangt er weer, maar hij is “buiten gebruik”.’ Gisteren zelf maar eens poolshoogte gaan nemen. En inderdaad: hij hing weer.


En inderdaad: hij was buiten gebruik.


Of beter: tijdelijk buiten gebruik. Vandaag schijnt ie weer in gebruik te zijn. De horden kunnen opgelucht ademhalen.

dinsdag 12 maart 2024

Horst in oude ansichten (5) – Zegersstraat

De Zegersstraat. Begin jaren zeventig even gewoond, in de Canadese woningen. Maar een ansichtkaartwaardige straat? Die treurwilg was inderdaad beeldbepalend. Alleen: treurwilgen zonder water in hun onmiddellijke nabijheid zijn als Laurel zonder Hardy, als De Koel zonder VVV, als C zonder A: een beetje treurig. De BLO paste niet op de kaart. In de verte lonkt kruidenier Grubben. Daarvoor, nog in volle glorie, het onovertroffen pand Geurts, van de onovertroffen Lei Martens.

Ansichtkaartachterkant dan. ‘Aan de soos van de Imanuelkerk, Heeswijkplein, Den Haag. Lieve allemaal. Ben lekker in Limburg. Vermaak me best. Groetjes aan bestuur en leden, van mevrouw van W. Af en toe zon.’ Afgestempeld 10 juli 1979. Stempel daarnaast: ‘Postcode. Oh ja!’

Vermaakt ze zich echt best? Nee, ze probeert zich manmoedig staande te houden. Zonder echtgenoot. Drie maanden geleden plotseling gestorven. Haar hondstrouwe steun en toeverlaat. Haar alles. Hoe moet ze ooit haar draai nog terugvinden? De kinderen? Niet tot last zijn, hebben hun eigen zorgen. Limburg? Hadden ze haar aangeraden op de soos. ‘Zal je je best vermaken.’ Af en toe zon. Leugentje om bestwil. De regen valt met bakken uit de hemel en het wordt maar niet droog. Treurwilg. Zonder water in haar onmiddellijke nabijheid.

maandag 26 februari 2024

Intermezzo – Peelkabouters

Er was eens een burgemeester van Horst die een sprookje schreef. Het sprookje ging over kabouters in de Peel. En over paddenstoelen. En over een Peelmanneke dat kabouter Wijsneus heette. En over iedereen die nog lang en gelukkig leefde.


Er was ook eens een kunstenaar. Die heette Nicolas van Ronckenstein. Nicolas van Ronckenstein maakte zeventien bronzen beelden die het sprookje van kabouter Wijsneus tot leven brachten. De beelden van Nicolas van Ronckenstein leidden enkele jaren een zwervend bestaan in het centrum van Horst.


Uiteindelijk vonden ze een vaste woon- en verblijfplaats voor het Patronaat. Daar leefden ze lang en gelukkig. En toen kwam er een olifant met een lange snuit en die blies het sprookje vakkundig uit. Die olifant heette Gemeente Horst aan de Maas. Gemeente Horst aan de Maas deelde op een vrijdagochtend in januari mee dat een klimaatboom in het centrum van Horst zou worden geplant. En dat die klimaatboom precies op de plek van de zeventien beelden van Nicolas van Ronckenstein zou komen te staan.


Gemeente Horst aan de Maas schreef:
‘Samen met belanghebbenden hebben we gekeken hoe we De Peelkabouters zoveel mogelijk kunnen behouden en tegelijkertijd het plein een kwaliteitsimpuls kunnen geven. Het sprookje blijft en de Peelkabouters blijven staan, maar zij mogen voortaan koel en droog onder de klimaatboom staan.’
Uit de bijgevoegde artist’s impression (zoals op alle artist’s impressions schijnt ook op deze artist’s impression heel verneukeratief de zon) kon je opmaken dat Gemeente Horst aan de Maas de hoofdrolspeler in het sprookje, kabouter Wijsneus, had verbannen naar een oord in Verweggistan.


Inmiddels is de klimaatboom geplant. Van kabouter Wijsneus inderdaad geen spoor meer te bekennen. Evenmin van de zes paddenstoelen met daaromheen jonge padjes. Waarmee ook de geluksboodschap die de zeventien beelden samen bevatten, teniet is gedaan.


Of je de beeldengroep nu mooi of lelijk, goed of slecht vindt, doet niet ter zake. Waar het om gaat is dat Gemeente Horst aan de Maas welbewust, samen met belanghebbenden, een kunstwerk heeft geamputeerd. Dat getuigt van geen enkel respect voor de kunstenaar.


Wie zijn eigenlijk die belanghebbenden waarover Gemeente Horst aan de Maas het heeft? Ik zou denken vooral kinderen (voor wie het sprookje en de beelden in de eerste plaats zijn bedoeld), de inwoners van Horst en de schepper van het kunstwerk. Waren zij daadwerkelijk bij de besluitvorming betrokken? Of zou dat  een fabeltje zijn?

woensdag 21 februari 2024

Top 5 – Intrigerende boodschappen op de verwijderde Westsingel-JOP

Nauwelijks een week geleden door de gemeente verwijderd en toch mis ik ‘m nu al: de jongerenontmoetingsplek (JOP) aan de Westsingel in Horst. Toegegeven, een héél frequent bezoeker was ik niet, maar met tussenpozen mocht ik er graag vertoeven. Niet zozeer om te chillen, wel om te zien of de wanden van de JOP nog waren voorzien van nieuwe intrigerende taaluitingen.


Geloof me: misschien wel het beste argument voor behoud van de JOP was de kwaliteit en diepgang van een aantal van de in de loop der jaren aangebrachte intrigerende boodschappen. Daarbij dient meteen gezegd dat je bereid moest zijn teksten van een wat lager allooi voor lief te nemen. Denk daarbij aan zinnetjes in het genre van ‘Ow nee, piemel is te klein’, ‘Truusje Spetter kwak zaad connie komen’, ‘K stuur nudes als je vraagt’ en ‘Pijp me voor geld’. Ook mededelingen als ‘Geef mijn aansteker terug’ of ‘Save the whales’ waren niet meteen om steil van achterover te slaan. Aanzienlijk boeiender was al ‘Hoi, ga met mij trouwen en dan krijgen we kids en die gaan Peuk, Boom en Ranchelina heten’.


Verreweg het fijnst waren de opschriften waarvan je je afvraagt wat de jongeren er toch in godsnaam mee bedoeld kunnen hebben. Codetaal of geheime boodschappen vermoedelijk. In elk geval opschriften die uitnodigden tot eindeloos mijmeren, speculeren en fantaseren.

Komt ie, de exclusieve Horst-sweet-Horst top 5 van intrigerende boodschappen op de verwijderde Westsingel-JOP:

5.

Is de enige bestaansreden van een tafelkleed niet altijd geweest dat het ideaal is om er de legpuzzel veilig onder op te bergen?

4.

‘Paas’ is straattaal voor ‘geven’ (‘Paas die cash!’). ‘LV’ zou kunnen staan voor ‘Louis Vuitton’. Blijft over ‘tip’. En het aanbrengen van een verband tussen deze drie woorden.

3.

Zou zomaar de naam kunnen zijn van een vette drum'n-bass-artiest. De houten leuningen van de monumentale trap in de voormalige Weisterbeekschool waren voorzien van ijzeren knopjes. Die moesten voorkomen dat durfals zich naar beneden lieten glijden.

2.

Heerlijk woord dat je vandaag de dag te weinig hoort. In en om de JOP was regelmatig trammelant als je de berichten moet geloven. Zou het verwijderen van de JOP leiden tot het verdwijnen van de trammelant? Of eerder tot verplaatsing van de trammelant? Antwoord laat zich raden. Trammelant is trouwens een verbastering van het Franse woord ‘trémulant’. Trammelant in trammenland.  

1.

Het woord ‘zult’, en dan vooral zijn betekenis, beneemt mij elke lust tot interpretatie van deze hoogst intrigerende boodschap. Zegt u het maar.

woensdag 31 januari 2024

Intermezzo – Avondwandeling

19.37 uur – avondwandeling. Avondwandelingen zijn leuk. Avondwandelingen met een doel, opdracht of thema zijn leuker. Deze avondwandeling heeft vooralsnog geen doel, opdracht of thema. Niet forceren, het komt of het komt niet, maakt ook niet uit, avondwandelingen zijn immers sowieso leuk.

20.00 uur – ik sta bij de kruising Noordsingel – Venrayseweg te wachten tot het stoplicht groen wordt. Tegenover voormalig café Aquarius. Heette dat ook niet ooit De Kar? Nee. Wel iets in die geest. De Koets? Wacht. Is ‘Horster panden waarin ooit een café was gevestigd’ geen geschikt thema voor deze avondwandeling? Jazeker wel! Nummer 1:


20.01 uur – De Griëze moet nummer 2 worden bedenk ik me. Op naar de Venloseweg! Honderd meter verder draai ik me al om: eerst Cambrinus even meepikken. Hoe kon ik Cambrinus nu vergeten?

20.06 uur – Cambrinus. [Mislukte foto, zie ik bij thuiskomst, maar wtf]


20.07 uur – terug naar de Noordsingel, andermaal op naar De Griëze. Wacht. Ik kan De Vlègel natuurlijk ook nog even meepikken en dan van daar via De Meent doorsteken naar de Doolgaardstraat en mijn weg richting De Griëze vervolgen.

20.17 uur – De Vlègel.


20.18 uur – wacht. Nu ik toch in de Loevestraat ben, kan ik natuurlijk net zo goed ook even De Buun meepikken en daar via de Harrie Driessenstraat doorsteken naar de Doolgaardstraat en mijn weg naar De Griëze vervolgen.

20.19 uur – De Buun.


20.20 uur – wacht. Ik kan natuurlijk net zo goed doorlopen naar het Sint-Lambertusplein om daar Kling mee te pikken. En dan gewoon via de Hoofdstraat en de Venloseweg naar De Griëze. Wat was het eigenlijk voor dwaas idee om per se via de Doolgaardstraat te willen lopen?

20.21 uur – Kling.


20.22 uur – ik heb nu vijf Horster panden gehad waarin ooit een café was gevestigd. Onderweg naar De Griëze bedenk ik me dat de opdracht voor deze avondwandeling wordt: ‘Tien Horster panden waarin ooit een café was gevestigd’ – meer dan tien foto’s kan ik op Insta immers niet kwijt.

20.32 uur – De Griëze. Mislukte foto. Denk ik. Nieuwe. Die lukt wel. Vind ik. [Bij thuiskomst blijkt de mislukte foto toch gelukter dan de gelukte]


20.35 uur – van De Griëze terug richting Horster centrum bedenk ik me wat de resterende vier Horster panden waarin ooit een café was gevestigd moeten worden.

20.42 uur – ik passeer Domino’s en hoor de ene jongen tegen de andere zeggen: ‘Mijn gevoel zei ook tegen mij van “Ga die gewoon zoeken, man!”’

20.46 uur – Wilhelminaplein. De Schitspool. Meest hermetische van alle Horster cafés. Kwam daar überhaupt wel eens ooit iemand?


20.47 uur – voor Scapino hoor ik een jongen tegen een groepje jongens en meisjes zeggen: ‘Ik heb nog nooit een boete gehad.’ Opdracht voor een volgende avondwandeling kan misschien zijn ‘Tien toevallig opgevangen quotes’.

20.49 uur – via Albert Heijn naar de Herstraat. Qual der Wahl hier. Ik kies voor Van der Sterren.

20.58 uur – Van der Sterren. Lichte twijfel of dit wel het juiste pand is. Slechte foto.


20.59 uur – hoezo lichte twijfel? Natuurlijk was dat Van der Sterren!

21.01 uur – Schoolstraat. Babouche. Al ben ik eerder geneigd dit Bar ’t Keteltje te noemen. In geen van beide ooit geweest als ik het wel heb.


21.08 uur – op de Meterikseweg hoor ik het ene voorbijfietsende jongetje tegen het andere voorbijfietsende jongetje zeggen: ‘Tijn, je bent dromig!’

21.11 uur – Roëze Grád! Nummer 10! Missie volbracht!


21.28 uur – thuis, na 9,67 kilometer. Snel stukje schrijven.

vrijdag 26 januari 2024

Horst in oude ansichten (4) – De Oude Lind

Knerpend grind. Met de achteloze nonchalance van de welgestelde parkeert de plaatselijke notabele z’n grijsgroene slee onder de majestueuze oude linde. Bewonderende blikken van de terrasbezoekers op hun stoeltjes met zittingen van gevlochten plastic draad die diepe sporen achterlaat op de achterkant van bovenbenen en kont. Als hij de deur achter zich dicht heeft gedaan, wordt het binnen stil. Buiten vertonen de eerste wolken zich aan de hemel.

De Oude Lind. Hotel, café, restaurant. Maar vooral uitspanning. Sinds mensenheugenis. Voor al uw feesten en partijen. Koffietafels. Recepties. Bruiloften. Etentjes. Vergaderingen. Boekpresentaties. Kegelbaan niet te vergeten. Pleisterplaats van vertegenwoordigers. ‘Een uitsmijter ham graag, met drie eieren. En een koffie. Kan ik hier misschien ergens telefoneren?’

De hoogtijdagen waren begin jaren zeventig, toen ik er voor het eerst kwam, vermoedelijk al voorbij. Veel leven heb ik er in elk geval nooit in kunnen ontdekken. Te weinig ziel, te veel zoals-het-hoort. Middelmaat als hoogste streven. Stiltes, doorbroken door gefluister achter de hand. Met elke nieuwe exploitant leek het een beetje minder te worden. Toen het woord uitspanning werd bijgezet in het curiositeitenkabinet was het ook gedaan met De Oude Lind. Ingehaald door de tijd. Voorgoed gevallen in het gat tussen chique en hip.

woensdag 24 januari 2024

Intermezzo – Spoedig

‘Spoedig’ betekent volgens Van Dale ‘met voortvarendheid geschiedend’, ‘binnen korte tijd’, ‘binnenkort’, ‘aanstonds’. Over de herkomst van het begrip zegt mijn grote vriend ChatGPT: ‘Het woord “spoedig” komt van het Middelnederlandse woord “spodede”, wat “haast” of “ijver” betekent. De oorsprong van het woord gaat terug tot het Oudhoogduitse woord “spuot”, dat ook “snelheid” betekent. Uiteindelijk is het afgeleid van het Proto-Indo-Europese woord “speud-“, wat verwijst naar snelheid of haast.’ Of dat klopt? In elk geval interessant. In het digitale WikiWoordenboek lees ik dat de oudst bekende vermelding van ‘spoedig’ in het Nederlands uit 1637 dateert.

Ik vind ‘spoedig’ geen bijzonder mooi, maar ook geen bijzonder lelijk woord. ‘Binnenkort’ en ‘aanstonds’ zijn mooier. ‘Spoedig’ is een beetje kleurloos, het lijkt geen woord te zijn geworden uit roeping, maar uit noodzaak.


Waar mijn belangstelling voor het begrip ‘spoedig’ uit voortkomt? Uit het feit dat ik de afgelopen weken aanzienlijk vaker dan normaal met het woord in aanraking ben gekomen. Die confrontatie vindt telkens plaats op dezelfde plek: bij de enige kaartautomaat die station Horst-Sevenum rijk is. Op het beeldscherm van die automaat trof ik zowel op 2 als op 5 als op 17 als op 21 als op 22 januari tot mijn grote ongenoegen telkens de volgende tekst aan: ‘Deze automaat is buiten werking. Het probleem is bekend en wordt spoedig opgelost.’


Dit doet het sterke vermoeden rijzen dat deze automaat al minimaal drie weken buiten werking is. Dit doet tevens de vraag rijzen hoe spoedig 'spoedig' eigenlijk is. Mijn grote vriend: ‘Het exacte tijdsbestek dat wordt geïmpliceerd door “spoedig” kan variëren afhankelijk van de situatie, de context en de verwachtingen van de spreker en de luisteraar.’ Mijn grote vriend voegt daaraan toe dat ‘spoedig’ in formele mededelingen of aankondigingen (waaronder we de tekst op het beeldscherm van de kaartautomaat ook mogen scharen dunkt me) soms wordt gebruikt ‘als een beleefde manier om aan te geven dat iets binnenkort zal gebeuren, maar het kan variëren van enkele dagen tot enkele weken’. Enkele weken? Onder ‘binnen korte tijd’ en ‘met voortvarendheid geschiedend’ versta ik iets anders.  


Maar het kan altijd nog een graadje erger. Openbaring, het laatste Bijbelboek, bevat een citaat van de bijna tweeduizend jaar geleden gestorven Jezus over zijn terugkomst op aarde: ‘Zie, ik kom spoedig.’ Zo bezien kan de beloofde spoedige oplossing van het probleem met de kaartautomaat ook nog wel enkele millennia op zich laten wachten.

(Dit stukje verscheen in iets andere vorm vandaag ook in Via Horst-Venray)

maandag 22 januari 2024

Intermezzo – Woo-verzoek (5)

Op 4 april vorig jaar vroeg ik de gemeente Horst aan de Maas in het kader van de Wet open overheid (Woo) om mij inzage te geven in de notulen van de aandeelhoudersvergaderingen van Greenport BV. Over wat er daarna gebeurde publiceerde ik op 3 januari hier een stukje. Kort samengevat: de gemeente besloot op 6 juni de gevraagde notulen niet aan mij te verstrekken. Daarop diende ik op 9 juli een bezwaarschrift in tegen dit besluit. Dit werd op 19 september behandeld in een hoorzitting van de onafhankelijke commissie voor de behandeling van bezwaarschriften en klachten. Het enige dat ik daarna nog van de gemeente hoorde was dat ze, tegen alle wettelijke bepalingen in, meer tijd nodig had voor een besluit.


Ruim een week na de publicatie van mijn stukje werd de stilte ineens doorbroken. Gevolg van mijn stukje? Wie weet. Hoe dan ook kreeg ik op 11 januari een telefoontje van de gemeente. En een dag later een e-mail. Met daarin het op 13 november gedateerde advies van de onafhankelijke commissie voor de behandeling van bezwaarschriften en klachten aan het gemeentebestuur. Uit dat advies:
‘Na bestudering van de informatie waar door bezwaarmaker om is verzocht, komt de commissie tot de conclusie dat het college ten onrechte besloten heeft om de gevraagde informatie niet openbaar te maken. (…) De notulen worden niet aangemerkt als vertrouwelijk aan de overheid meegedeelde bedrijfs- of fabricagegegevens. (…) Het bezwaar is gegrond.’

Bloemetjes buitengezet omdat ik dan eindelijk inzage kreeg in de gevraagde notulen? Vlag uit? Champagnefles ontkurkt? Op tafel staan dansen? Niets van dat alles. Wel met beide benen op de grond gezet: het advies van de onafhankelijke commissie voor de behandeling van bezwaarschriften en klachten is niet meer dan een advies aan het gemeentebestuur. Dat moet vervolgens een besluit nemen, waarbij het het advies kan negeren. Dat besluit of ik de gevraagde notulen wel of niet mag inzien laat nu alweer tien weken op zich wachten. En het kan ook nog wel even duren voordat het komt, aldus de gemeente:
‘Aangezien de Wet open overheid ons verplicht om in dit geval elke aandeelhouder en het ontwikkelbedrijf in de gelegenheid te stellen om daarover hun zienswijzen te geven en vervolgens een bestuurlijk besluit moet worden genomen over de te nemen beslissing op uw bezwaarschrift, voorzien wij bij nader inzien (en in tegenstelling tot wat is aangegeven in de e-mail van 29 november jl.) dat het niet lukt om dit in januari af te ronden. Wij hopen en streven ernaar om u in februari de beslissing op bezwaarschrift toe te zenden. Wij zullen u van dit proces op de hoogte houden.’

‘Hopen en streven.’ Klinkt anders dan ‘We zullen ons stinkende best doen’. Of ‘Onderste steen boven’. Toch vertrouw ik erop dat het gemeentebestuur het advies van de onafhankelijke commissie voor de behandeling van bezwaarschriften en klachten opvolgt. En besluit mij inzage te verstrekken in de notulen van de aandeelhoudersvergaderingen van Greenport BV. Om die uit juristen bestaande commissie niet te schofferen. Maar ook om te laten zien dat het geen praatje voor de vaak was wat verantwoordelijk wethouder Eric Beurskens (Essentie) afgelopen dinsdag tijdens de raadsavond zei (klik hier en ga naar 3.09.21 uur) toen het ging om Grondexploitatiemaatschappij Californië (onderdeel van Greenport Venlo): ‘We streven in deze situatie naar volledige transparantie.’

zaterdag 20 januari 2024

Intermezzo – Carnavalsetalage

Drie weken voor het begin van De Drie Dolle dagen heeft de Horst-sweet-Horst vakjury weer zijn jaarlijkse rondje door Horst aan de Maas gemaakt om de winnaar te bepalen van de Horst-sweet-Horst-prijs voor de fraaist gedecoreerde carnavalsetalage van de gemeente. Na rijp beraad heeft de jury unaniem besloten de prijs voor het 333e achtereenvolgende jaar toe te kennen aan De Greef Stoffen. De welgemeende felicitaties van de voltallige Horst-sweet-Horst-redactie gaan uit naar directie en personeel van de textielwinkel aan de Meterikseweg in Horst.

maandag 8 januari 2024

Horst in oude ansichten (3) – Loevestraat


Jaren zestig. Vijfde week van de eindeloze grote vakantie. Wie zich al de luxe van een vakantie elders kan permitteren, komt doorgaans niet verder dan de Schatberg. Valkenburg en de Ardennen vallen soms ook nog net binnen het bereik. Alleen niet voor bewoners van de Kortestraat. Zij dienen hun vakantiegevoel vooral te puren uit hun Franse balkons. Vleugje Méditerranée dat naar binnen waait. Kinderen? Die moeten zichzelf maar zien te vermaken. Voetballen, spelletjes doen, beursje trekken, schupe. Vooral schupe. Maar in de vijfde week van de grote vakantie heeft de landerigheid het definitief gewonnen. Nergens geen zin meer in. Zelfs niet in schupe. Verveling, bij god niet weten wat te doen. Uiteindelijk zijn ze maar met z’n drieën op de stoep gaan zitten. Voor een keer heeft zelfs de in de verte lonkende Moelbaerenbos hen niet kunnen verleiden. Dan doorbreekt een auto de lethargie. Vader! Z’n zoon zwaait naar hem. Z’n twee vriendjes blijven onaangedaan zitten, de ene in kleermakerszit, de andere heeft z’n linkerbeen onder z’n rechter gemanoeuvreerd. Hun aandacht richt zich niet op hun vriendje en diens in gedachten verzonken vader, maar op iets of iemand aan de overzijde van de Loevestraat, bij de voormalige melkfabriek. De fotograaf?